Sunday, January 30, 2022

Vocab per Skill Unit for the Dutch / EN Course

 [#DuolingoForumGems originally posted on 2019-02-28 on the Duolingo Dutch for English speakers forum by FieryCat ]


Vocab per Skill Unit for the Dutch / EN Course

Basics 1 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: man, vrouw, ik, ben, jongen, een, en, is, ze, of, kind, hij, meisje, eet, drink, de, appel, melk, drinkt, sap, brood, water, bent, je, het

Basics 2 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: eten, boterham, drinken, rijst, jullie, we, vrouwen, lezen, de, mannen, meisjes, krant, jongens, menu, dat, het, zijn, ze, hebben, heb, heeft, hebt, boek, spreekt, spreken, leest, lees, kinderen

Phrases 1 - Common Phrases 1 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: hallo, bedankt, doei, dag, tot ziens, hoi, goedemorgen, goedendag, goedenavond, welterusten, ja, nee, alsjeblieft, dank je wel, sorry, oké, pardon, het spijt me, goed, hoe gaat het, dank je, spreek, engels, spreekt, nederlands, beetje

Neg. 1 - Negatives 1: Niet & Geen [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: niet, nee, geen

Food - Food: Basic [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: vis, wijn, thee, koffie, ei, kip, suiker, middageten, ontbijt, kaas, fruit, pasta, bier, tomaat, aardbei, sinaasappel, banaan, lekker, avondeten, soep, vlees, maaltijd, eten, groente, peper, bord, dorst, honger, zout, glas

Animals [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: kat, dier, hond, vogel, muis, mens, olifant, eend, schildpad, paard, konijn, koe, schaap, hert, gans, beer, duo, varken, hoorn, neushoorn, staart, krab, spin

Questions - Questions 1: Yes/No [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: spreken, lezen, drinkt, hebben, zijn, eet, drink, spreek, lees, ben, heb

Plurals [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: eenden, honden, twee, olifanten, dieren, boeken, boterhammen, schildpadden, mensen, katten, vissen, paarden, tomaten, schapen, beren, muizen, bananen, aardbeien, glazen, borden, kranten, koeien, appels, vogels, menu's, varkens

Stress pr. - Stressed Pronouns [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: wel, maar, wij, zij, jij, ook

Clothing [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: draag, draagt, schoenen, broeken, jurk, jassen, kleren, sokken, dragen, trui, rokken, hoed, hemd, tas, brillen, pakken, klompen, ondergoed

Present - Present Simple [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: loop, loopt, lopen, schrijf, schrijft, schrijven, zwemmen, zwemt, zwem, koken, kookt, kook, kom, slaap, komt, slaapt, komen, slapen, spelen, speelt, speel, willen, wilt, wil, hoor, hoort, zie, ziet, zien, horen, maken, geeft, kent, gaan

Adj. Basic - Adjective Basics [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: groot, klein, grote, lang, kleine, lange, snel, langzaam, kort, snelle, langzame, korte, goede, zware, lichte, sterk, slechte, zwakke, jong, nieuw, oude, leuk, moeilijk, makkelijk, goedkope, volle, leeg, duur, belangrijke, verse, warme, interessante, koud, rustig, schone, net

Obj. pron. - Object pronouns [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: haar, hem, mij, me, het, jou, ons, je, ze, hun, jullie, hen

Poss. - Possessives [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: zijn, mijn, onze, hun, jouw, haar, van, naam, jou, ons, jullie, mij, je

Conj. 1 - Conjunctions 1: Coordinating [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: maar, want, of, dus, en

Indef. pr. - Indefinite Pronouns [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: genoeg, iedereen, iemand, iets, alles, men, weinige, alle, veel, sommige, verschillende, allerlei, paar, wat, elke, enige, enkele, iedere

Formal [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: u, uw, alstublieft, meneer, mevrouw, dank u wel

Family 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: ouders, moeders, vader, huis, families, baby's, zussen, broer, zoon, dochter, man, vrouw, huisdieren, gezin, vriend, vriendinnen

W. Order 1 - Word Order 1: Adverbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: nu, soms, daar, hier, misschien

W. Order 2 - Word Order 2: Inversion [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 1 | 1 | 2 | 3 | 5 || 12
  • Words: nu, soms, daar, hier, misschien

Colors [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: oranje, groene, grijze, roze, witte, bruin, blauwe, gele, zwart, kleuren, rode, kleurrijke, paars, vlaggen, donker

Prep. 1 - Prepositions 1 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: in, naar, op, nederland, woont, belgië, voor, naast, uit, met, tussen, bij, van, krijgt, na, onder, door, tafel, over, aan, tegen, achter, tijdens, zonder, vanwege

Quest. 2 - Questions 2 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: wie, waar, wat, waarom, hoe, wiens, welk, welke, hoeveel, wanneer, vragen, vraag, doen, antwoord, stelt

Verbs 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: staan, denkt, zeggen, werkt, jesper, leren, helpt, nodig, gebruiken, koopt, neemt, worden, weet, blijf, van, regent, vind, fietsen, zoekt

Numbers 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: drie, vier, één, vijf, meer, dan, minder, zes, zeven, acht, negen, tien, laatste, vierde, eerste, nummers, derde, tweede, elf, twaalf, dertien, veertien, zestien, vijftien, zeventien, achttien, negentien, twintig, nul, zesde, meter, hoeveelheid, te, maar, kilometer, nog

Conj. 2 - Conjunctions 2: Subordinating [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: wanneer, dan, hoewel, tenzij, dat, zodat, terwijl, totdat, of, omdat, zodra, doordat, voordat, wie, zowel

Position - Zitten/Liggen/Staan [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: zit, doos, auto, mand, in, liggen, amsterdam, deken, bal, parken, staat, woorden, papier, op, boom, zet, legt, stopt

Places [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: strand, stad, gebouwen, hotel, steden, restaurants, adres, route, straat, dorp, plekken, om, thuis, centrum, station, locaties, kantoor, plaats, landgoed, bank, bar, havens, bibliotheek, plein, grond, hoek, windmolen, boerderij, overal, ergens, gevangenis, vliegveld, buurt, binnen, buiten

Adverbs 1 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: goed, rustig, al, snel, langzaam, dan, ook, nog, heel, steeds, meestal, zo, bijna, helemaal, vaak, alleen, weer, samen, graag, straks, opeens, weg, meteen, allemaal, zelf, eindelijk

Time [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: nacht, middag, tijd, dag, ochtend, avond, vandaag, morgen, vanavond, altijd, vanmiddag, 's, klok, overdag, uur, kwartier, hoe laat, om, kwart, over, voor, half, tot, minuten, seconde, laat, vroeg, keer, per, hoelang, duren, momenten, lang, later, eerder

Neg. 2 - Negatives 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: nooit, niemand, niets, nergens, noch, niks, meer, nog niet, helemaal niet, geen enkel, niet eens

Senses [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: kijkt, ogen, lijk, foto's, bekijk, uitzicht, luistert, muziek, geluiden, oren, lawaai, klinkt, stem, proeft, smaken, tong, mond, smaak, vies, ruikt, neus, geur, parfum, stinkt, mooi, lelijke, hard, zacht, voel

Er [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: probleem, geld, feest, er, stukjes, fles, wc, dingen, spelen, potlood, telefoons, stoel, wat, wie, nog, eten, more words

Jobs - Occupations [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: schrijver, baan, schrijfster, student, studente, werk, carrière, modellen, kunstenaar, kunstenares, werknemer, werkgevers, advocaten, dokter, personeel, secretaresse, secretaris, burgemeester, baas, beroep, boer, architect, ober, serveersters, kok, ingenieurs, kapitein, bewaker, acteur, actrice, bakkers, directeur, soldaat, slager, dierenarts, piloot

Modals - Modal and auxiliary verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: kan, kunt, willen, wil, kunnen, mag, moeten, mogen, blijft, komt, laten, zien, horen

Home [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: sleutel, kamers, tuin, raam, deur, slot, woonkamer, slaapkamers, badkamer, muur, vloer, keuken, kast, lade, lamp, voorwerpen, meubels, bureau, kussens, bank, laken, tapijt, bed, gordijn, bel, spiegel, vuilnisbak, stofzuiger, afval, bezem

Body [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: handen, lichaam, hoofden, bloed, zorg, haar, hart, huid, nek, gezicht, arm, voeten, benen, hersenen, vingers, rug, tanden, lippen, keel, borst, lichaamsdeel, botten, buik, maag, knieën, tenen, schouder

Verbs 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: studeren, praat, rent, wacht, kiezen, breng, begrijpen, volgen, vraagt, pak, hoop, haalt, stoppen, geloof, veranderen, toont, vergeten, begint, hangt, gebeurt, duwen, trekken, opent, leidt

Numbers 2 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig, vierentwintig, vijfentwintig, zesentwintig, zevenentwintig, achtentwintig, negenentwintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, som, duizend, miljoen, honderd, gemiddelde, telt, meerderheid, zoveel, er, totale, helft, random numbers

Calendar [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: maandag, zondag, zaterdag, donderdag, vrijdag, woensdag, dinsdag, weken, jaren, weekend, maanden, kalender, datum, januari, februari, maart, april, mei, juni, zomer, lente, seizoenen, winter, herfst, periode, juli, december, augustus, september, november, oktober, eeuwen, decennia, verjaardag, leeftijd, toekomst, verleden

Continuous - Present Continuous [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: zijn, aan het, lopen, schrijven, lezen, zwemmen, koken, spelen, fietsen, werken, doen, wachten

Prep. 2 - Prepositions 2 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: volgens, sinds, dankzij, behalve, ondanks, tegenover, voorbij, vanaf, langs, rondom, in tegenstelling tot, in plaats van, door middel van, tot en met, dicht bij, heen, overheen, toe, onderdoor, tussen

Family 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: huwelijk, echtgenoot, echtgenote, gescheiden, getrouwd, bruiloft, pa, ma, opa, oma, grootouders, grootvader, grootmoeder, generaties, neef, ooms, nicht, tantes, geboren, kleinzoon, stief-, halfbroers, schoon-, ex, stamboom

Pr. Per. 1 - Verbs: Present Perfect: Weak Verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: hebben, gisteren, gespeeld, geregend, gewerkt, geluisterd, gekookt, gevraagd, gewacht, gezet, gemaakt, ben, gefietst, gerend, gestopt, gehoord, gezegd, nog nooit, gewoond, geprobeerd, gelegd, gebruikt, geleerd

Shopping [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: euro, cent, kost, verkoopt, winkel, te koop, gratis, supermarkt, boodschappen, slagerij, markt, bakkerij, winkelwagen, prijs, huren, betaalt, ruilen, bestelt, lenen, kassa, rij, procent, uitverkoop, waard, korting, kledingzaak, paskamer, merk, passen, warenhuis, afdelingen, pinpas, pinnen, rekening, bon, contant, creditcard, portemonnee

Sep. Verbs - Separable Verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: opstaan, uitgaan, neerzetten, schrijft, invullen, weggaan, meeneemt, aankomen, tegenkomen, spreken, ophouden, voorlezen, doe, omvallen, vasthouden, laten, door, na, uitgelegd, ophalen, teruggekeerd, toevoegen, samengewerkt, raakt

Te + inf. - Te + infinitive verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: om, te, zonder, door, pronouns, gevraagd, begint, proberen, vergeet, leren, beloven, beveel, dwingen, besluit, weigert, liggen, hoef, blijken, durf, staat

Emergency [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: politie, taken, beschermt, hulp, bellen, politieagent, arrestatie, misdaad, plegen, stelen, dief, waarschuwing, brandweerman, brandweer, brand, blussen, gered, schade, brandblusser, ambulance, noodgevallen, ziekenhuis, ramp, gewond, slachtoffers

Feelings 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: emoties, boos, blij, bang, huilen, lachen, bezorgde, verdrietige, gevoelens, trots, gelukkig, humeur, onzeker, verlegen, jaloers, vrolijke, zeker, verrast, moe, veilig, bedroefd, koppige, verliefd

Adj. 2 - Adjectives 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: enge, echte, saai, rijke, arme, verkeerde, voorzichtig, gevaarlijk, favoriete, rare, volgende, schattig, gek, klaar, nederlands, stom, eigen, stil, hele, ingewikkelde, normale, slim, lief, bijzondere, stoute, open, speciaal, kapotte, geweldig, geheime

Comp. Noun - Compound Nouns [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: zwembroek, kinderschoenen, varkensvlees, hoofdkantoor, winkelcentrum, wc-papier, zaterdagavond, sinaasappelsap, kippensoep, kinderkleren, -ochtend, woensdagmiddag, woonplaats, speeltuinen, -boek, stadhuis, huurauto

Imperative - Verbs: The Imperative [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: wees, kom, lees, opruimen, blijf, wacht, laat, gaan, zing, dans, zwijg, niet, doen, roken, ren

Demonstr. - Demonstrative pronouns [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: dit, die, dat, deze, beide, zo'n, zulke, zulk, al, zoiets, hetzelfde, dezelfde, diezelfde, andere, datzelfde

Geo - Geography [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: meer, landen, eiland, bossen, zeeën, rivier, bergen, landschap, woestijn, kust, velden, oceanen, vallei, heuvels, kanalen, gebied, bruggen, rots, regio, kaart, hoofdstad, grens, continenten, wereld, oosten, ten, noorden, zuiden, engeland, westen

Directions [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: omhoog, omlaag, vooruit, achteruit, links, rechts, rechtsaf, rechtdoor, slaan, linksaf, opzij, rechterschoen, linker, beneden, boven, stap, richting, wijst, pijl, kant, einde, op, van, in, uit

Phrases 2 - Common Phrases 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: graag gedaan, jammer, inderdaad, geen probleem, eet smakelijk, fijn, welkom, succes, prima, vaarwel, zin, pas op, beste, liefs, hoogachtend, vriendelijk, groetjes, wenst, gefeliciteerd, van harte, veel plezier, kloppen, de rest, hoera

Adverbs 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: ongeveer, echt, vooral, natuurlijk, even, zelfs, toch, binnenkort, opnieuw, gewoon, eigenlijk, waarschijnlijk, gemakkelijk, eens, bijvoorbeeld, precies, dichtbij, onmiddellijk, behoorlijk, helaas, gelukkig

Pron. Adv. - Pronominal Adverbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: erin, erop, mee, ernaar, ernaast, ervan, uit, ertussen, ervandaan, erheen, hier, daar, daarom, hierbij, daarna, waar-, waarnaartoe, waarvoor, over, ergens, nergens, overal

Health 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: patiënt, gezond, ongeluk, zorg, medicijnen, ziek, behandeling, pijn, gezondheid, ziekte, doen, wond, koorts, griep, virus, operaties, allergisch, ernstig, dieet, toestand, geneesmiddel, pillen, zalf, afspraak, rolstoel, artsen, verpleegkundige, pleisters, verband

Pr. Per. 2 - Verbs: Present Perfect: Strong Verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: net, gegeten, gezien, gelezen, geschreven, gekomen, geslapen, gestaan, nadat, geweest, gegaan, begrepen, gebracht, gedronken, gezwommen, gekozen, vanochtend, gelopen, begonnen, gekocht, geleden, gekregen, gedaan, gehad, gezocht, vorige, geworden, gegeven, aangekomen, gedacht

Food 2 - More Food [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: frisdrank, boter, salade, chocolade, pindakaas, olie, koekje, slagroom, pannenkoek, snoep, gebak, taart, zure, bitter, hartig, zoet, citroen, pittig, bes, peer, druiven, kersen, rijp, noten, aardappel, champignons, wortel, bloemkool, uien, paprika's, bonen, spek, gehakt, knoflook, biefstuk, worst

Diminutive - Diminutives [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: briefje, doosje, huisje, mandje, lampje, kastje, mannetje, blaadjes, vrouwtje, raampje, broertje, zusje, eitje, autootje, kopje, glaasje, jongetje, boompje, telefoontje, baby'tje, omaatje, biertje, dingetje, vriendje

Travel [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: reizen, reist, reis, amerika, frankrijk, duitsland, buitenland, vlucht, boeken, koffers, bagage, trein, aankomst, rugzak, avonturen, bezoeken, vertrekken, gids, toeristen, vliegtuig, vliegen, bezoek, vakantie, kaartjes, ver, schip, boot, vaart, schepen, zeilboten, veerboot, visum, paspoorten, bezienswaardigheden, internationale, ambassade, aanvragen

S. Past 1 - Simple Past 1 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: was, waren, had, hadden, deed, deden, wilde, speelden, toen, hoorden, kookten, woonde, geloofde, gebruikte, maakte, betaalde, luisterde, vroeger, openen, praatte, gebeurde, probeerden, kende, regende, stopten, duurde, hoefden

Reflexives - Reflexive Verbs and Pronouns [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: me, je, zich, wassen, bewegen, herinner, ons, elkaar, gedragen, haasten, voelen, aan, bevindt, scheert, voorstellen, realiseren, veroorloven, om, verveel, verbaast, vraagt, verheugen, vergissen, schamen, ergeren, jezelf, mezelf, zichzelf

People [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: burgers, bevolking, buur, persoon, jeugd, groep, dame, koppel, volwassenen, heren, bejaarde, individuen, ontmoet, herken, vriendschap, gasten, aardig, amerikaanse, nederlandse, nederlanders, spaanse, spanjaard, amerikaan, belg

Verbs 3 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: besta, zingt, antwoordt, veroorzaken, delen, verdwijnen, biedt, steunt, verwachtte, eindigt, bewaren, haat, vullen, oplossen, klaagt, verbergen, twijfel, verplaatsen, verbeteren, bepaalt, genieten, ziet, voorkomen, geïnteresseerd

Bathroom [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: douche, toilet, kraan, gootsteen, handdoek, bad, shampoo, droog, nat, zeep, borstel, kam, af, poets, schoon, tandpasta, schaar, tandenborstel, lippenstift, nagellak, scheermes, spons, emmer, zakdoek

Pr. Per. 3 - Verbs: Present Perfect: Review [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: betaald, gebeurd, gebleven, geopend, vertrokken, eergisteren, genomen, gesproken, verkocht, bezocht, vergeten, gevolgd, geteld, gereisd, gezongen, getoond, veranderd, afgesproken, opgestaan, meegenomen, ontmoet, gestolen, gepakt, gevonden

Nature [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: bloem, tulpen, gras, natuur, planten, gegroeid, land, leven, gewas, zand, grond, soort, steen, kloof, grot, vulkanen, gletsjer, regenwoud, klimaat, ijs, milieu, hitte, lucht, kou, rook, vuur, lichten, stof, gas, elektriciteit

Traffic [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: fiets, bus, trams, rijden, motorfiets, metro, taxi, weg, verkeer, vrachtwagen, rijbewijs, parkeren, stoep, voetgangers, fietsers, fietspad, openbaar vervoer, automobilisten, voorrang, verkeersbord, zebrapaden, oversteken, stoplichten, kruispunt, vertraging, verkeersinformatie, spits, snelweg, files, tankstation

Comm. - Communication [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: verhaal, vertellen, sturen, brief, informatie, post, discussies, gesprek, communicatie, bericht, ruzie, e-mail, presenteer, schreeuwen, liegt, bedanken, negeer, waarschuw, telefoonnummer, sms, verzenden, ansichtkaart, symbolen, postzegels, ontvangen

Buildings [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: bouwen, dak, lift, verdieping, trap, plafond, uitgang, ingang, gang, balkon, begane grond, garage, verwarming, kelder, zolder

Future - The Future Tense [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: ga, zullen, veranderen, kiezen, breken, regenen, verliezen, overmorgen, winnen, ooit, bellen, geven, bedekken, missen, helpen, vallen, vinden, leren, weten, ontvangen, kijken, vertrekken, maken

Recreation [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: bioscoop, film, muziekfestival, toneelstuk, concert, band, kasteel, torens, museums, pretpark, paleis, kermis, dierentuin, zwembad, hobby's, speelgoed, pop, verzamelen, spel, sport, wandeling, ontspannen, vrije tijd

Comparison - Comparative and Superlative [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: zo, even, net, precies, als, dan, groter, kleinere, langer, sneller, duurdere, belangrijkere, sterker, zwakker, jonger, ouder, comperatives, nog, vaker, kleinste, langste, snelst, sterkste, belangrijkste, grootste, jongste, beter, beste, oudste, duurste, zwaarst, hoe, meeste, minste, liever, liefst, aller

Kitchen - Kitchen & Cooking [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: vriezer, koelkast, magnetron, fornuis, oven, hapje, roeren, snijden, lust, bakken, afgewassen, bijt, kruiden, specerijen, gerecht, voorgerecht, hoofdgerecht, toetje, recept, saus, ingrediënten, gaar, kookboek, rauwe, kommen, pannen, deksel, snijplank, aanrecht, bestek, mes, vorken, lepel, beker

Materials [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: metaal, zilver, ijzeren, houten, gouden, plastic, katoenen, wol, zijden, leren, stof, materiaal, glazen, kartonnen, bakstenen, betonnen, stalen, kleien

School [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: leraar, onderwijs, school, lessen, klassen, leerlingen, lesgeven, voorbeelden, huiswerk, toetsen, oefening, opdracht, krijtjes, pennen, gum, schriftje, plakband, lijm, opgevoed, opvoeding, basisschool, middelbare, examen, slaagt, voorbereiding, uitleg, presentatie, lijsten, cijfer, onderwerp, wiskunde, gedeelte, doelstelling, geschiedenis, aardrijkskunde, gestudeerd

Rel. pron. - Pronouns relative [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: dat, wie, waar, wat, die, degene, van, diegene, wiens, datgene

Weather [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: zon, weer, regen, wind, storm, schijnt, wolk, mist, regenboog, sneeuw, hagel, sneeuwman, zonnige, bewolkte, vochtig, heet, graden, temperatuur, hagelt, paraplu, sneeuwt, thermometer, vriezen, waait, onweer, orkanen, regenbuien, donder, overstromingen, bliksem, komst, weerbericht, voorspeld, weervrouw, weersvoorspelling, weerman

Language [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: duits, frans, portugees, spaans, russisch, chinees, taal, hebreeuws, arabisch, fries, zweedse, pools, japans, italiaans, letter, vertaling, zinnen, betekenissen, woordenboek, alinea, versta, spreek, spellen, betekent, bedoel, vertalen, tweetalig, beschrijven, dialect, talig, hoofdstuk, pagina's

S. Past 2 - Simple Past 2: Strong Verbs [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: at, aten, sprak, dronk, spraken, liep, lagen, zag, zagen, zeiden, zei, lazen, konden, gingen, schreven, schreef, kwamen, denken, wisten, kwam, moesten, kreeg, kregen, gaf, staan, vonden, gaven, mocht, keek, keken, sliep, hielden, vroeg, namen, brengen, bleef, bleven, begon, werd, leek, koos, zaten

Technology [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: machine, batterij, televisie, gereedschap, radio, apparaten, stopcontact, rekenmachine, stekker, knop, drukken, telefoon, beeldscherm, computers, kabel, luidspreker, laptop, toetsenbord, uitvinden, wasmachine, wiel, motor, ketting, brandstof, zetten, repareren, schroeven, onderdeel, vervangen, handleiding

Passive - Passive voice [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: wordt, geopend, gepresenteerd, gevolgd, gesteund, gebeld, gezien, zijn, verkocht, wassen, getoond, gered, werd, werden, gestolen, geschreven, gebruikt, gebracht, herkend, er, lachen, gezocht, dansen, gespeeld, gezongen

Arts 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: kunst, tekening, tekenen, lijn, liniaal, schets, schilder, schilderijen, doek, verf, penseel, geverfd, beeldje, tentoonstelling, collectie, portret, schaduwen, beeldhouwer

Adj. 3 - Adjectives 3 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: beroemd, algemeen, fantastisch, onmogelijk, mogelijk, belgische, serieus, uitstekende, beschikbaar, blote, recentere, dode, toekomstige, efficiënter, verantwoordelijk, bekend, professioneel, onafhankelijke, populair, tegengestelde, tolerant, officieel, definitieve, historisch

Abs. N. 1 - Abstract Nouns 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: succes, verschil, leven, dood, fout, kans, situaties, gebeurtenis, nadelen, geheim, ervaring, voordeel, belang, moeite, slaap, gewoonte, gevaar, verrassing, geluk, haat, hoop, geboortedag, angst, woede

Shape - Shapes & Sizes [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: maat, hoog, grootte, lengte, lager, vormen, cirkel, driehoek, recht, kromme, gat, vierkante, dunste, rond, smal, breed, plat, diep, zijkant, bovenkant, onderkant, voorkant, achterkant, midden, ondersteboven, achterstevoren, binnenstebuiten, binnenkant, buitenkant, overkant

Media - Media & Internet [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: tijdschrift, nieuws, internet, teksten, media, artikel, pers, netwerk, uitzending, website, punt, verbinding, reclame, toegang, toespraak, journalist, journaliste, interview, omroep, contact, uitnodiging, samenvatting, roman, aflevering, zoekmachines, typen, wachtwoord, profiel, bestand, bevestiging

Condit. - Conditional [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: zouden, zou, moeten, veranderen, doen, kiezen, willen, vinden, eten, was, had, maken, zijn, helpen, hebben, geweest, leren, verliezen, kunnen, hadden, stoppen

Space [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: maan, aarde, draaien, rond, ruimte, ster, zonnestelsel, planeten, sterrenkunde, universum, melkweg, sterrenstelsels, telescoop, atmosfeer, asteroïde, krypton, superheld, wezens, astronaut, ruimteschip, baan, raket, satelliet

Map - Mapping the World [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: oostelijke, westelijk, halfrond, noordelijk, zuidelijkst, columbus, europa, azië, afrika, noord-amerika, zuid-amerika, australië, antarctica, polen, ierland, zweden, betrekkingen, rusland, brazilië, middellandse, spanje, italië, griekenland, portugal, staten, japan, geboorteland, india, turkije, china, marokko, berlijn, ter wereld, parijs, londen, rijn, stroomt

Adverbs 3 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: gesproken, mogelijk, perfect, tenminste, nauwelijks, tegelijk, momenteel, voldoende, echter, zeer, duidelijk, intussen, sowieso, noodzakelijk, vanzelf, nogal, telkens, zeker, voorlopig, doorgaans, blijkbaar, volstrekt, stiekem

Pluperfect - The past perfect/pluperfect [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: had, hadden, gehoord, verwacht, besloten, gezien, geprobeerd, geroepen, verloren, gebeld, beloofd, geholpen, gevallen, gegaan, gereden, gesloten, gemist, was, waren

Pres. Part - Present Participle [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: zingende, spelende, zittend, slapende, huilende, fietsend, vliegende, groeiend, verrassend, pratende, al, passende, verfrissende, vervelende, levende, fascinerend, vanzelfsprekend, stinkende

Arts 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: viool, instrument, noot, liedjes, akkoord, zangeres, publiek, theater, dansen, toeschouwers, podium, voorstelling, film, literatuur, camera's, poëzie, gedicht, fotografie, afbeelding, mode, ontworpen, stijl, ontwerpen, inspiratie

Sports [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: ploeg, speler, schoppen, springen, wedstrijd, gooien, doel, punten, voetbal, gescoord, basketbal, tennis, racket, volleybal, coach, sport, skiede, hockey, marathon, kampioenschap, sportschool, atleten, scheidsrechters, schaatst, gewonnen

Mind - Mind & Personality [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: dromen, idee, kennis, herinnering, plan, keuze, verbeelding, geduld, twijfels, verstand, gedachten, reden, motivatie, onthouden, verwarring, persoonlijkheid, geheugen, humor, bewust, voorkeur, geweten, aandacht, manier, eigenschap, vaardigheden, zelfbeheersing, gedrag, intuïtie, psychologie, wennen

Opinions [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: mening, standpunt, gelijk, eerlijk, eens, raadde, kwestie, overtuigen, onredelijke, accepteren, argumenten, houding, oordeel, waar, respect, opmerkingen, kritiek, kritisch, feiten, toestemming, beoordelen, nergens op slaan, recensie, opbouwende

Suffixes [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: schoonheid, vrijheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheden, mogelijkheden, moeilijkheden, beweging, verandering, bestelling, opening, ontmoeting, verwachtingen, ongelooflijke, hopelijk, persoonlijke, tijdelijk, letterlijk, belachelijk, eeuwig, grappig, handig, jarig, geduldig, verstandig, sprakeloos, eindeloze, hopeloos, nutteloos, draadloze, waardeloze, moois, lekkers, leuks, iets, anders, beters

University [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: aantekeningen, cursus, aanmeldingen, universiteiten, lezing, professor, verslag, programma's, college, document, training, scriptie, taalkunde, sociologie, filosofie, instituut, opleiding, rechten, scheikunde, natuurkunde, geneeskunde, afstuderen, biologie, technische

Health 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: verkouden, doof, geniesd, hoesten, blind, overgeven, dodelijk, giftige, duizelig, hoofdpijn, buikpijn, sterven, zweet, apotheek, opgezwollen, bloeden, apotheker, huisarts, lijdt, genezen, ehbo, zwangere, tandarts, drogisterij, mager, dik, gespierd, dronken, depressieve, ongesteld, verslaafd

Looks [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: kapsel, baarden, kale, snor, blond, uiterlijk, veters, rits, knappe, knoopjes, zonnebril, prachtige, wenkbrauwen, wimper, armbandjes, koptelefoon, oortjes, lenzen, hoofddoek, pet, sjaal, muts, want, handschoenen, littekens, moedervlek, tatoeage, ring, sieraden, horloge

Science 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: wetenschap, onderzoek, laboratoria, theorie, experimenten, uitgevoerd, methode, wetenschappelijke, formules, definitie, bewijzen, oplossing, concept, wetenschapper, conclusie, bewijs, ontdekking, pas

Society [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: samenleving, culturen, stichting, gemeenschap, armoede, welvaart, gelijkheid, samenwerking, chaos, vooruitgang, discriminatie, ongelijkheid, diversiteit, globalisering, beschaving, crisis, conflict, waarde, tekenen, handtekeningen, protesteren, staken, ontwikkeling, petitie, demonstratie, moderne, traditioneel, lokale, culturele, sociale, openbare

Business [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: zaken, verzekering, bedrijf, fabriek, klanten, eigenaar, filiaal, industrie, belasting, concurrentie, contract, verkoop, salaris, promotie, klantenservice, boekhouding, zakenreis, zakenman, zakenvrouw, deal, vergadering, agenda, ondernemer, deelnemen, risico's, failliet, mislukking, organisatie, organiseren, geleverd, levering

Modal Perf - Modal Perfect [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: laten, zien, horen, blijven, moeten, willen, kunnen

Romance - Romance & Relationships [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: romantisch, passie, kussen, relatie, geknuffeld, liefde, verkering, hetero, homo, aantrekkelijk, verloofd, trouwen, versieren, vertrouw, flirt, liefdesverdriet, uit, afgewezen

Past Part. - Past Participle [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: gebruikte, toegevoegde, gekookte, geleends, beschermde, vertaalde, on-, gelezen, gestolen, toegepaste, gewassen, gerepareerde

Feelings 2 [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: ongerust, geïrriteerd, opgewonden, verward, teleurgesteld, geschrokken, nieuwsgierig, kwetsbaar, eenzaam, zenuwachtig, zelfverzekerde, gezichtsuitdrukking, tevreden, uitgeput, hulpeloos, ademloos, gefascineerd, tranen, gemotiveerd, wanhopig, beledigd, gezellig, gestrest, beu

Politics 1 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: politiek, nationale, monarchieën, regering, staat, vrij, kabinet, premier, advies, voorzitter, ministers, uitvoerende macht, prinses, prins, koning, máxima, staatshoofd, koninkrijk, leiders, parlement, eerste, tweede, wetgevende macht, wetten, verboden, grondwet, overtreedt, recht, gold, verplicht, rechters, rechtbank, schuldig, rechterlijke macht, rechtvaardigheid, proces

Gerund - The Gerund [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: zingen, gaan, zwemmen, winnen, verliezen, fietsen, rennen, presenteren, leven, denken

Science 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: eenheden, snelheid, afstand, liter, massa, kilogram, bedragen, diepte, meet, hoogte, berekenen, grafiek, materie, energie, verhogen, microscoop, verminder, oppervlakte, chemicaliën, cyclus, monster, weegschaal, afwegen, magneet, conferenties

Abs. N. 2 - Abstract Nouns 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: oorsprong, actie, reactie, waarheid, start, werkelijkheid, gastvrijheid, ellende, gelegenheid, plezier, invloed, geval, eer, moed, medelijden, wanhoop, opwinding, fascinatie, vertrouwen, wijsheid, behoefte, verbeteringen, teleurstellingen, gunst

Economics [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: handel, economische, economie, vraag, aanbod, beurs, dollar, valuta, winst, budget, schulden, verlies, lening, consumenten, investering, producent, financiering, rente, inkomen, verdienen, producten, uitgaven, fabrikant, hypotheek

Politics 2 [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: verkiezingen, kiezers, lid, gestemd, partijen, leden, eisen, kandidaten, campagne, regel, strategie, uitzondering, vechten, besluit, schuld, vijanden, debat, gevangene, gevoerd, oorlog, oorzaak, vrede, veiligheid, vluchtelingen, luchtmacht, geweld, leger, zeemacht, wapens, macht

Spirit. - Spirituality & Religion [test]

  • Tips and notes: no
  • Number of lessons: 6 | 6 | 12 | 18 | 30 || 72
  • Words: god, godin, bidt, religie, geloof, gelovig, gebed, geesten, ziel, priesteres, priesters, dominee, lot, moslim, christenen, boeddhist, hindoe, atheïsten, joden, engel, duivel, gemediteerd, levensbeschouwing, heilig, begrafenis, tempel, mysterieuze, moskee, mysteries, synagoge, kerk, magie, zonden, jaloezie, vraatzucht, hebzucht, luiheid, ijdelheid

History [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: prehistorie, ridder, middeleeuwen, keizerrijk, aanval, archeologen, burgeroorlog, onafhankelijkheid, tachtigjarige, veldslag, beeldenstorm, opstand, eeuw, republiek, scheepvaart, koloniën, der, nederlanden, zuid-afrika, indonesië, suriname, slaven, slavernij, plantages, dodenherdenking, wereldoorlog, gevolg, voorouders, bezette, verzet

Holidays - (Dutch) Holidays [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 2 | 2 | 4 | 6 | 10 || 24
  • Words: pakjesavond, sinterklaas, oudejaarsavond, nieuwjaar, vieren, cadeaus, pasen, kerst, koningsdag, tradities, carnaval, prinsjesdag

NL 1 - Dutch Geography, Landmarks & Infrastructure [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 5 | 5 | 10 | 15 | 25 || 60
  • Words: groningen, provincies, utrecht, grachten, rotterdam, friesland, dijken, limburg, noord-brabant, polders, flevoland, zeeland, den, gouda, noord-holland, overijssel, zuid-holland, drenthe, gelderland, hunebedden, ijsselmeer, afsluitdijk, veluwe, zeehonden, duinen, behoort, waddeneilanden, noordzee, vuurtoren

NL 2 - Dutch Baking, Food and Snacks [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 3 | 3 | 6 | 9 | 15 || 36
  • Words: vla, hagelslag, appelflappen, poffertjes, stroopwafels, drop, vlaaien, kroketten, café, troost, frikandellen, snackbar, kroeg, stamppot, rookworst, haring, porties, uitjes, kraampje

BE - Belgian Culture [test]

  • Tips and notes: yes
  • Number of lessons: 4 | 4 | 8 | 12 | 20 || 48
  • Words: brussel, antwerpen, pralines, manneken pis, wafels, friet, atomium, gent, cuberdons, kletskoppen, leuven, gravensteen, hasselt, saxofoons, eupen, luik, strips, trappistenbier, wallonië, spruitjes, stoofvlees, rode duivels, brugge, vlaanderen, belfort

Total: 123 skills, 502 | 502 | 1004 | 1506 | 2510 || 6024 lessons, 2630/2933 words


Other links:


Last update: 2019-02-28


No comments:

Post a Comment

Frequently asked questions. (What is the difference between ...?)

Here are some questions (and answers) that come up often. Here I mainly focus on the What is the difference? type of questions. Q: What is t...